In de jaren 1945 tot begin jaren 1960 voerde de Nederlandse overheid een actieve industrialisatiepolitiek om de wederopbouw van Nederland te versnellen. Naast de industriƫle opbouw werd er ook via een geleide loonpolitiek ingegrepen in de economische sector.
Maar waarom dit overheidsactivisme? Waarom greep de overheid actief in om de industrialisatie te bevorderen. Minister van Economische Zaken J.R.M. van den Brink legde dit uit in de Industrialisatienota van 1949. De hoge import en de naoorlogse babyboom vormen enkele belangrijke factoren:
“Nog steeds staat ons land voor het feit, dat ondanks de verbetering, welke werd bereikt, de import veel groter is dan de export. Daarnaast maakt de voortgaande snelle bevolkingsgroei het noodzakelijk te bedenken hoe voor het toenemend arbeidsaanbod op den duur voldoende werkgelegenheid kan worden gevonden. Van de wijze waarop deze problemen zullen worden opgelost, is in grote mate het toekomstig welvaartspeil van het Nederlandse volk afhankelijk. Een bevredigende oplossing is naar mijn mening slechts denkbaar, indien men steunt op een krachtige verdere ontwikkeling van de Nederlandse industrie. “
Bron:
Y. Bouw, Feniks. Tijdvakken en historische contexten. 4/5 Havo (Amersfoort: ThiemeMeulrnhoff, 2019) p.287.