Dictatus Papae (1075) – pauselijke bul van Gregorius VII

/

Over de bul
In de pauselijke bul Dictatus Papae legde paus Gregorius VII (ca.1023-1085) in 27 artikelen het pauselijke primaat vast. De bul is geschreven in 1075 of daarna. De paus claimt met dit document veel werelds gezag. De bul Dictatus Papae vormde dan ook een belangrijke oorzaak van de Investituurstrijd (tot 1122).

Dictatus Papae stelde de paus bóven de wereldlijke heersers, onder wie ook de keizer(s) van het Heilige Roomse Rijk. Dezse kon voortaan door de paus geëxcommuniceerd worden.

In 1302 volgde onder Bonifatius VIII een bul die nog verder ging: de bul Unam Sanctam. Die bul ging nog een stapje verder en claimde naast het primaat van de paus dat er buiten de Rooms-Katholieke Kerk geen zaligheid was.

Tekst van de Dictatus Papae

De Paus heeft gezegd:

1. Dat de Kerk van Rome door de Heer zelf gegrondvest is.
2. Dat alleen de Romeinse Pontifex met recht ‘universeel’ genoemd wordt.
3. Dat hij alleen bisschoppen kan ontslaan en weer kan aannemen.
4. Dat zijn gezant tijdens een concilie voorrang heeft op alle bisschoppen heeft, ook wanneer hij een lagere wijdingsgraad heeft en dat hij ten opzichte van hen het recht van ontslag heeft.
5. Dat de paus afwezigen kan afzetten.
6. Dat wij met door hem geëxcommuniceerden onder andere niet in één huis mogen verblijven.
7. Dat het alleen hem toegestaan is om, volgens de noden van de tijd, nieuwe wetten uit te vaardigen, congregaties samen te voegen, een sticht tot abdij te verheffen of omgekeerd, een welvarende bisdom te splitsen of arme bisdommen samen te voegen.
8. Dat hij alleen gerechtigd is de keizerlijke insignia te dragen.
9. Dat alle vorsten enkel de voeten van de paus kussen.
10. Dat in de kerken alleen zijn naam genoemd wordt.
11. Dat dit de enige naam in de wereld is.
12. Dat het hem is toegestaan keizers af te zetten.
13. Dat het hem is toegestaan, bij dringende noodzaak, bisschoppen van de ene zetel naar de andere over te plaatsen.
14. Dat hij naar believen geestelijken uit ieder diocees kan wijden.
15. Dat door hem gewijde priesters, voorgaan op andere geestelijken, maar dat zij van andere bisschoppen geen hogere wijdingen mogen ontvangen.
16. Dat zonder zijn last geen synode universeel genoemd kan worden.
17. Dat geen canon of geen boek canoniek genoemd kan worden zonder zijn toestemming.
18. Dat geen vonnis dat door hem is uitgesproken door iemand anders kan worden herroepen en hijzelf de enige is die een vonnis kan herroepen.
19. Dat hij door niemand berecht mag worden.
20. Dat niemand het waagt om iemand te veroordelen die de Heilige Stoel te hulp roept.
21. Dat aan die laatste alle belangrijke zaken in andere kerken moeten worden overgelaten.
22. Dat de Kerk van Rome nimmer heeft gedwaald, en naar getuigenis van de Heilige Schrift, ook nooit dwalen zal.
23. Dat de Romeinse Pontifex, indien kerkrechtelijk gewijd, door de verdiensten van Sint Petrus heilig zal worden, waarvan Sint Ennodius, bisschop van Pavia, getuigt en zoals is vastgelegd in de decreten van Sint Symmachus de paus.
24. Dat op zijn bevel, of met zijn toestemming, het ondergeschikten is toegestaan beschuldigingen te uiten.
25. Dat hij zonder synode bisschoppen kan ontslaan of herbenoemen.
26. Dat hij die zich niet in overeenstemming met de Kerk van Rome bevindt, zich niet katholiek kan noemen.
27. Dat hij gelovigen kan ontslaan van hun eed aan slechte mensen.

Bronnen::
-https://www.kro.nl/katholiek/abc/dictatus-papae